Banketbakkerij Lunchroom In De Kroon
Alle producten in deze banketbakkerij en lunchroom worden op ambachtelijke wijze bereid.
Banketbakkerij Lunchroom In De Kroon
Hamstraat 3
Alle producten in deze banketbakkerij en lunchroom worden op ambachtelijke wijze bereid.
In 1925 richtten de opa en oma van Frank Smeets, Hubert en Heleen Smeets-Pyls, een banketbakkerij met lunchroom op onder de naam In de Kroon. Frank’s oma kwam uit een ondernemersgezin. Zij hadden aan de Kapel het eerste waterhotel van Roermond, oftewel het eerste hotel met stromend water. Een enorme innovatie ten opzichte van het teiltje waarmee ze zich voorheen mee moesten wassen.
Opa had het vak in Brussel geleerd. In die tijd werkten ze 7 dagen per week en sliepen ze in een jute meelzak op de werkbank. Tijdens de tweede wereldoorlog moesten ze huis en haard verlaten en na de oorlog moesten ze alles weer opnieuw opbouwen.
Sinds 1993 zitten Frank Smeets en Anouk Nizet in de zaak, de 3e generatie. Frank heeft het werken als banketbakker er met de beroemde paplepel ingegoten gekregen. Vroeger werd geacht dat je meewerkte in de familiezaak. Hij is het vak gaan leren in Den Bosch, Düsseldorf, Luzern, Parijs en Amsterdam. Dat was een vereiste van zijn vader Frans, die destijds samen met vrouw Agnes de zaak voerde.
Vader vond het belangrijk dat Frank een goede vakman was, voordat hij de zaak mocht over nemen. Frank heeft wel even getwijfeld of hij de zaak wilde overnemen, omdat de zaak door de combinatie van banketbakkerij met lunchroom erg bewerkelijk is. Toch heeft hij er nooit spijt van gehad.
Het assortiment gaat met de tijd mee. Het gebak is onderscheidend door bijzondere smaakcombinaties. Al blijven sommige traditionele recepten onaangetast. De meest verkochte producten in de bakkerij zijn Christoffeltaart en de vlaaien. De Christoffeltaart van In de Kroon is drie keer uitgeroepen tot de beste van Nederland.
In 2016 heeft hij de oliebollentest gewonnen van Dagblad de Limburger. Toen kwamen mensen uit Grubbenvorst naar de zaak voor oliebollen, dat was erg onwerkelijk.
In de lunchroom doen de huisgemaakte gerechten met kalfsvleesragout het goed, zoals de kroketten en pasteitjes.
Kwaliteit staat voorop in de zaak en hieraan worden geen concessies gedaan. Frank is trots dat hij alles zelf maakt, zowel in de banketbakkerij als in de keuken van de lunchroom. Een recept is nooit af. Al is het omdat een ingrediënt ergens anders vandaan komt en zorgt voor een iets andere smaak.
Regelmatig gaan Frank en zijn collega’s op cursus om nieuwe werkwijzen en producten te leren en natuurlijk toe te passen in de praktijk. Voor kerstmis had In de Kroon bijvoorbeeld een speciale schnitte. Een medewerker had die gemaakt, nadat hij op cursus was geweest. Als die dan in etalage staat, er posters van worden gemaakt en er foto’s kunnen worden gedeeld op Facebook geniet Frank daarvan. Dat zij een uniek product hebben gemaakt en aanbieden, dat niemand anders heeft.
Frank is een geboren en getogen Roermondenaar. Tijdens zijn opleidingsjaren is hij 6 jaar weggeweest, maar hij zou nu nergens anders meer willen zitten. Roermond is zijn thuishaven en het volkslied met de zin: “Waar ’t gouden beeld in ‘t zonlicht staat”, doet de trots in hem boven komen.
De entourage en het pand an sich zorgen voor een goede sfeer, waarvoor veel vaste klanten de weg naar In de Kroon weten te vinden. Het gezelschap dat er komt is zeer gemêleerd. Mooi vindt Frank ook dat klanten vroeger aan de hand van opa of oma binnen kwamen en nu nog steeds regelmatig komen.
Vroeger waren er twee bioscopen in de straat, een aantal deuren verder. De lunchroom was toen ingedeeld met schotten tussen de banken. Omdat er toen nog geen tv was (begin 50’er jaren), gingen mensen regelmatig naar de bioscoop. Verliefde stelletjes kwamen toen weleens vooraf iets drinken bij In de Kroon. Als er dan stelletjes zaten die handjes vasthielden, ging oma Smeets erop af en zei ze wijzend met haar vinger: “Let op geen geflikflooi”. O wee, als er een kusje op de wang werd gegeven… In Frank’s tijd kwamen er wel eens klanten binnen die zeiden: “Ik zat hier eens met mijn meisje en toen kwam je oma met dat vingertje wijzen…”